B3. SPANNEN VAN DE VEER

Opmerking: Indien het gordijn niet goed functioneer na installatie moet er een grotere veerspanning worden toegepast, zoals hieronder word beschreven:

A. Trek het gordijn 250 mm van de bovenste stand en vergrendel hem.

B. Verwijder het gordijn uit de steunen en rol het materiaal handmatig op de rol.

C. Plaats het gordijn weer in de steuenen zoals hierboven word beschreven en controleer de spanning.

D. Mocht het gebeuren dat de spanning niet voldoende is herhaalt u de stappen A tot C weer.

B4. HET GEBRUIKEN VAN UW ROLGORDIJN

Om uw rolgordijn te bedienen houd altijd vast aan de aan de schakeling of onderste balk van uw gordijn. NOOIT HET GORDIJN LOS LATEN omdat het gordijn dan in een keer omhoog springt.

Trek uw gordijn een paar centimeter van de schakeling of onderste balk om de veer te ontgrendelen.

Bepaal waar u wilt uw rolgordijn wil laten stopen en vergrendel de veer.

DRAAI NIET AAN DE AANGEZIEN DIT DE SPANNING ZAL LATEN VERDWIJNEN EN HET GORDIJN NIET GOED MEER ZAL WERKEN.